Lucht bestaat uit vrij bewegende moleculen. De in een volume opgesloten luchtmoleculen nemen alle beschikbare ruimte in beslag en weerkaatsen tegen de oppervlakken die ze tegenkomen (zijden, voorwerpen, wanden..). Het aantal weerkaatsingen tegen de wanden is recht evenredig met de druk. Hoe meer moleculen er zijn, hoe meer ze onderling botsen en hoe groter het aantal weerkaatsingen. De druk neemt dus toe met het aantal moleculen.