Zien hoe de twee haartypen, behaard en onbehaard, over het menselijk lichaam verdeeld zijn.
De anatomie van de huid in dwarsdoorsnede bekijken en inzien dat de onbehaarde huid meer tastreceptoren heeft dan de behaarde huid.
De verscheidenheid en locaties van de gevoelsreceptoren in de drie huidlagen (epidermis, dermis en hypodermis) bekijken.
Inzien dat bij tastzin verschillende typen prikkels een rol spelen:
lichte druk, zware druk, lichte aanraking, oprekking).
De gewaarwording van de verschillende op het huidoppervlak aangebrachte prikkels, en de voortplanting van zenuwimpulsen van de gevoelsreceptoren in de huid naar de hersenen via zenuwbanen observeren.
Begrijpen dat de verschillende typen receptoren specifiek zijn in hun gevoeligheid en dus uitsluitend op bepaalde typen prikkels reageren.