Wanneer wit zonlicht in een waterdruppel wordt gevangen, wordt het licht verstrooid. Net als bij een prisma splitst deze verstrooiing het zonlicht in zijn componentkleuren. (Het 'prisma' zou in dit geval een bolvormig prisma zijn.) Onder de juiste hoek bekeken is het resultaat een regenboog. De waarnemer moet zich tussen de waterdruppels en de zon bevinden. Invallend licht wordt terug verstrooid onder een hoek die bij benadering 40° verschilt van de hoek waaronder de oorspronkelijke invallende lichtstraal de druppel heeft geraakt.