In de loop van zijn evolutie heeft de mens vraagtekens gezet bij de manier van evalueren van de populatie van een kudde, de productie van een oogst, de afmetingen van een landgoed, de dagen die hem scheiden van een evenement, de verdeling van een erfenis ... Hij heeft telhulpmiddelen en rekenregels bedacht. De getallen en de bewerkingen vormen de basis van de rekenkundige taal.
Vier elementaire bewerkingen vertalen de begrippen 'Ik heb niet meer', 'Ik herhaal', 'Ik verdeel'. Een rekenkundige bewerking geassocieerd met de getallen (de operanden) heeft een rekenkundig teken (de operator) : +, -, ×, ÷. Een rekenkundige bewerking werkt op verzamelingen objecten (of grootheden) van hetzelfde type.